Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Op 1 augustus 2014 is de wet passend onderwijs in werking getreden. Scholen hebben vanaf deze datum een zorgplicht. Dit houdt in dat voor een leerling die extra ondersteuning nodig heeft, de school waar de leerling wordt aangemeld of staat ingeschreven voor onderwijs moet zorgen dat past bij deze leerling. Dit kan op:
- de reguliere school, met zo nodig extra ondersteuning in de klas
- een andere reguliere school in de regio
- het speciaal onderwijs, zoals bijvoorbeeld de Mytylschool
Om de knelpunten in het ‘oude’ systeem aan te pakken, is binnen passend onderwijs aantal doelen geformuleerd:
1. Zo passend mogelijk onderwijs
Door de afschaffing van de landelijke systematiek van indicatiestelling krijgen schoolbesturen meer ruimte om bij de toekenning van extra onderwijsondersteuning uit te gaan van de onderwijsbehoefte en ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling. De vraag die daarbij centraal staat, is: op welke wijze brengen we onderwijsbehoefte en ondersteuningsmogelijkheden bij elkaar? Hoe kunnen we zo efficiënt en transparant mogelijk omgaan met de beschikbare middelen voor extra voorzieningen voor leerlingen die dat nodig hebben?
2. Leraren zijn beter toegerust
Het verzorgen van goed onderwijs én goede extra ondersteuning voor een leerling staat of valt met de capaciteiten van de leraar. Dat geldt ook voor passend onderwijs. De leraar staat er niet alleen voor: hij werkt samen met het team, de school en het samenwerkingsverband. Met passend onderwijs wordt geïnvesteerd in opbrengstgericht werken voor alle leerlingen én in de verdere ontwikkeling van leraren. In die ontwikkeling is de vraag belangrijk: hoe stemt de leerkracht zijn ondersteuningsmogelijkheden zo goed mogelijk af op de onderwijsbehoefte van de leerling.
3. Minder bureaucratie
Het nieuwe systeem moet minder complex en bureaucratisch zijn dan het huidige. Dus geen lange indicatieprocedures, geen wachtlijsten, geen gescheiden circuits van lichte en zware ondersteuning en zo min mogelijk administratieve lasten voor de betrokkenen.
4. Geen thuiszitters
Alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs. De afgelopen jaren is gewerkt aan het terugdringen van de thuiszitterproblematiek, maar hiermee is nog onvoldoende geborgd dat er geen kinderen meer thuiszitten. Daarom is een belangrijk doel van passend onderwijs om een zo passend mogelijk onderwijsprogramma voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in het onderwijs aan te bieden. Er mag geen kind meer tussen wal en schip vallen.
5. Afstemming met andere sectoren
De inzet van extra ondersteuning in het onderwijs moet beter worden afgestemd op de inzet vanuit andere sectoren die zich met zorg, opvoeding en scholing van jongeren bezighouden, zoals de jeugdzorg, revalidatie, de Wmo-zorg en de arbeidsmarkt. Zowel de voorzieningen als de ondersteuning die een kind vanuit verschillende sectoren ontvangt, moeten beter op elkaar worden afgestemd.
Samenwerkingsverbanden
Vragen of contact opnemen?
Neem direct contact met ons op via e-mail, telefoon of ons contactformulier.